Nederlanders hebben tijdens de lockdown in april en mei per saldo niet hoeven interen op hun spaargeld.
Volgens het CBS is het aantal mensen dat aangeeft een beroep te doen op spaargeld om rond te komen stabiel gebleven.
Door overheidsmaatregelen is de stijging van de werkloosheid in de coronacrisis tot nog toe beperkt gebleven.
Economen van De Nederlandsche Bank verwachten echter een forse stijging van de werkloosheid dit najaar en in 2021.
De coronacrisis heeft nog niet geleid tot een sterker beroep op spaargeld door Nederlanders.
Sinds het begin van de coronacrisis hebben niet meer Nederlanders zich naar eigen zeggen in de schulden gestoken of een beroep gedaan op hun spaargeld. Dat meldt het CBS op basis van cijfers over de afgelopen maanden in vergelijking met 2019.
Volgens het statistiekbureau gaven in april en mei 3 op de 100 mensen aan schulden te moeten maken. 9 op de 100 meldden dat het huishouden spaartegoeden moest aanspreken. Dat is vergelijkbaar met 2019.
Ook een vergelijking van de financiële situatie van mensen tijdens de coronacrisis met de eerste drie maanden van 2020 laat volgens het CBS geen nadelig effect zien.
Gemiddeld over de eerste vijf maanden van 2020 zei 58 procent van de mensen dat zijn of haar huishouden geld overhoudt. Ongeveer een kwart kwam precies rond.
Werkloosheid gaat fors oplopen door coronacrisis
Dat Nederlanders aangeven nog weinig in te teren op hun vermogen, kan verschillende redenen hebben.
Zo is de overheid flink bijgesprongen met regelingen voor inkomenssteun van zzp'ers die minder werk kregen door de coronacrisis. En bedrijven kregen via de NOW-regeling loonkostencompensatie bij een forse omzetdaling, op voorwaarde dat ze geen ontslagen zouden doorvoeren om bedrijfseconomische redenen.
Vanaf juni is de NOW-regeling zo aangepast dat bedrijven meer ruimte krijgen om reorganisaties door te voeren. En de inkomenssteun voor zzp'ers is minder genereus, omdat er vanaf juni een partnertoets geldt.
Lees ook: Zo ziet steunpakket 2.0 eruit dat ondernemers vanaf juni moet helpen in de coronacrisis
Eerder deze week gaf financieel toezichthouder De Nederlandsche Bank aan te verwachten dat de werkloosheid in de loop van dit jaar fors zal oplopen.
In april lag de werkloosheid in Nederland op 3,4 procent van de beroepsbevolking. Voor dit jaar voorziet DNB een gemiddeld werkloosheidspercentage van 4,6 procent en voor 2021 gaat dat omhoog naar 7,3 procent.
De komende maanden moet duidelijk worden wat er in dit scenario gebeurt met het beroep van Nederlanders op hun financiële buffers.